Beleidsplan en clubdocumenten
Praktische info en clubdocumenten:
Functieomschrijving: Hulpouder scheidsrechters
Uitleg: Teamopbouw en teamfuncties (voor coaches en managers)
Spelregels: We hebben hieronder de links naar de spelregels even bij elkaar gezet, voor spelers, coaches, ouders, trainers en alle andere geïnteresseerden.
1. Gedragsregels MHC Sint-Oedenrode
De kwaliteit van MHC Sint-Oedenrode is
mede af te lezen aan de wijze waarop haar leden zich gedragen binnen MHC
Sint-Oedenrode. Het bestuur heeft gemeend een aantal gedragsregels te moeten
formuleren. Deze gedragsregels zijn helder geformuleerd en gelden als
toetsingskader. Eigenlijk wordt geformuleerd wat voor de hand ligt, welk gedrag
als wenselijk wordt beschouwd en als spiegelbeeld: welk gedrag als onwenselijk
wordt beschouwd.
Algemeen
Ieder lid van de MHC Sint-Oedenrode
dient zich binnen en buiten het speelveld op het eigen sportpark, dan wel het
sportpark van een andere vereniging, te gedragen conform de algemeen geldende
fatsoensregels. D.w.z. dat men respectvol omgaat met elkaar, met tegenstanders
en iedereen die bij MHC Sint-Oedenrode betrokken is.
Specifieke gedragsregels
o
Zorg dat het schoon
blijft. Deponeer afval in de daarvoor bestemde afvalbakken.
o
Zorg dat de velden na
gebruik opgeruimd zijn. Coaches/trainers/aanvoerders en begeleiders zien hierop
toe.
o
Zorg dat in- en
uitgangen vrij blijven voor ambulances en brandweer.
o
Auto's, (brom)fietsen
en scooters dienen op daarvoor bestemde plaatsen gestald te worden.
Ten aanzien van onze
kleedkamers/toiletruimtes:
o
Het gebruik van
alcoholische dranken is in de kleedkamers/toiletruimtes niet toegestaan.
o
Roken is in de
gebouwen van het complex niet toegestaan.
o
Afval (tape,
bekertjes, etc.) dient in daarvoor bestemde afvalbakken te worden gedeponeerd.
o
De kleedkamers dienen
altijd opgeruimd en (eventueel) afgesloten achtergelaten te worden, de douches
dienen te worden uitgedraaid.
o
Coaches/trainers/aanvoerders,
ouders en begeleiders zien hierop toe.
o
Het is jeugd tot 18
jaar verboden alcoholische dranken te nuttigen.
o
's Zaterdags worden
er geen alcoholische dranken geschonken.
o
Het nuttigen van zelf
meegebrachte alcoholische dranken is niet toegestaan.
o
Zorg dat
limonadekannen plus bekers na gebruik opgeruimd worden.
o
Aanwijzingen van het
barpersoneel dienen altijd te worden opgevolgd.
o
Kapot glaswerk dient
direct te worden opgeruimd.
o
Overmatig
drankgebruik en wangedrag wordt niet getolereerd.
o
Het is uitsluitend
met toestemming van het barpersoneel toegestaan u achter de bar te begeven.
o
De in- uitgangen
dienen vrijgehouden te worden.
Ten aanzien van
materiaalgebruik:
o
Wees zuinig op eigen
spullen, de spullen van een ander en verenigingsspullen.
o
E.H.B.O.-spullen
worden doelmatig gebruikt.
o
Het
trainingsmateriaal dient na gebruik netjes te worden opgeborgen op de daarvoor
bestemde plaats.
Ten aanzien van
gesponsorde kleding voor Heren 1 / Dames 1:
o
De gesponsorde
kleding blijft eigendom van MHC Sint-Oedenrode.
o
Een ieder is zuinig
op de gesponsorde kleding.
o
Aan het eind van ieder
seizoen dient alle sponsorkleding (gewassen) bij de coaches/managers te worden
ingeleverd. Incomplete sets of kleding met gebreken worden in rekening
gebracht.
Ten aanzien van het
gedrag op en rond het veld:
o
Ongepast taalgebruik
is niet toegestaan.
o
Aanwijzingen van de
coach/trainer/aanvoerder dienen opgevolgd te worden.
o
De
coach/trainer/aanvoerder corrigeert onjuist gedrag van spelers/speelsters en/of
toeschouwers.
o
Hij/zij wijst ze erop
en zet aan tot verandering. Indien gewenst bespreekt de coach/trainer/aanvoerder
dit met de tuchtcommissie en het bestuur.
o
Als lid van MHC
Sint-Oedenrode spreken we elkaar aan op ongepast taalgebruik of wangedrag.
Ten aanzien van
ongewenste omgangsvormen en gedragingen:
o
Discriminatie,
pesterijen, seksuele intimidatie, agressie en ongepaste omgangsvormen zijn
gedragingen die wij bij MHC Sint-Oedenrode niet tolereren. Voor onze vereniging
zijn respect, sportiviteit, integriteit en aangepast gedrag uiterst belangrijk.
Specifiek voor seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag, is er een
apart meldprotocol opgesteld. Zie hiervoor ook op de website van MHC
Sint-Oedenrode.
Hoe om te gaan met de
gedragsregels?
MHC
Sint-Oedenrode hecht aan zelfregulering bij het bewaken van de discipline en
sportiviteit van al haar leden en begeleiders, tijdens en rondom de
wedstrijden. Dit is vooral in het belang van een sportief wedstrijd- en
competitieverloop. Daarnaast bevordert het zowel de resultaten als het imago
van MHC Sint-Oedenrode. In geval van wangedrag zal het bestuur passende
maatregelen treffen.
Heb je aanvullingen of feedback op deze gedragscode, dan kan dat via een email aan [email protected]
2. Aannamebeleid
vrijwilligers
Inleiding
Vrijwilligers zijn de basis onder onze
vereniging. Zonder hun inzet, zou hockeyclub MHC Sint-Oedenrode niet kunnen
bestaan. Als bestuur en namens alle leden, zijn we die vrijwilligers dan ook
enorm dankbaar. Als bestuur hebben we besloten om een aannamebeleid voor
vrijwilligers te definiëren, zodat een ieder daarop terug kan vallen en de
spelregels helder zijn.
Ook vanuit de gemeente Meierijstad, is
het stimuleren van een positief sportklimaat een van de actielijnen in de
vastgestelde sportnota ‘Sportief in beweging’. In genoemde actielijn wordt
ingezet op preventie en bestrijding van grensoverschrijdend gedrag in het
verenigingsleven van Meierijstad. Hiermee beogen we de kracht van sport te
versterken en excessen zoals seksuele intimidatie, discriminatie, agressie op
of rond het veld of schending van andere gebruikelijke normen en waarden te
voorkomen en tegen te gaan.
Een pleger van grensoverschrijdend
gedrag herken je niet aan het uiterlijk. Vaak zijn het aardige en populaire
mensen die zich binnen korte tijd onmisbaar weten te maken. Bekend is dat ze
situaties opzoeken waarin ze makkelijk in contact komen met kwetsbaren zoals
minderjarigen en mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij maken ze
gebruik van het vertrouwen van een organisatie. Een goed aannamebeleid kan
ernstige problemen voorkomen. Door het hebben van aannamebeleid zullen mensen
met verkeerde bedoelingen eerder afgeschrikt worden om binnen onze vereniging
een functie te vervullen.
Hoe gaat het in zijn werk?
MHC Sint-Oedenrode zal de onderstaande stappen
doorlopen met nieuwe vrijwilligers:
o
We houden een
kennismakingsgesprek.
o
Er kan een referentie
check gedaan worden; daarbij belt onze vereniging naar de club waar de
vrijwilliger vandaan komt.
o
Voor álle trainers én
coaches (van 16 jaar en ouder) van de jeugd- en miniteams, laten een VOG
aanvragen en herhalen dat elke 3 jaar.
o
We maken de
begeleider bekend met de gedragsregels (zie hiervoor elders op de website van
MHC Sint-Oedenrode).
Heb je aanvullingen of feedback op dit aannamebeleid, dan kan dat via een email aan [email protected]
3. Meldprotocol voor
seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag
Wat verstaan we onder
seksuele intimidatie?
Machtsverschillen
De
verantwoordelijkheid van de begeleider
‘Mag ik ze dan geen
aai meer over hun bol geven?’
Hoe te handelen bij
overschrijding van de regels?
Definities
De gedragsregels ter
preventie van seksuele intimidatie in de sport
Wat verstaan we onder
seksuele intimidatie?
Seksuele
intimidatie is elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in
verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de
persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren.
Seksuele intimidatie kan voorkomen
tussen sporters onderling, tussen kader onderling en tussen sporters en kader.
Het is een breed begrip. Dubbelzinnige grapjes, onverwachte aanrakingen en
pin-ups in de verzorgingsruimte kúnnen als intimiderend worden ervaren.
Ook ondubbelzinnige, strafbare vormen
van seksueel misbruik, zoals aanranding en verkrachting, vallen onder seksuele
intimidatie. Dergelijke vormen van seksuele intimidatie beginnen vaak met
‘onschuldige’ vormen van intimidatie.
Seksuele intimidatie komt het meest
voor in relaties waarbij sprake is van een machtsverschil. Dat machtsverschil
kan te maken hebben met leeftijd (volwassene tegenover kind), positie (trainer
tegenover sporter) of getal (groep tegenover eenling).
De verantwoordelijkheid
van de begeleider
Naast een sportieve taak heeft een
sportbegeleider ook een (weliswaar gedeelde) opvoedkundige opdracht. De
begeleider is medeverantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het
welzijn van de (jonge) sporter en voor diens ontwikkeling naar zelfstandigheid.
Daarbij moet de begeleider zelf de persoonlijke grenzen van de sporter
respecteren en de grenzen van professioneel gedrag niet overschrijden. Ook moet
een begeleider de sporter ondersteunen in het zelf stellen van grenzen naar
anderen toe.
‘Mag ik ze dan geen aai
meer over hun bol geven?’
De omgang tussen mensen en het
lichamelijke contact bij het sporten laten zich niet tot in detail regelen. Dat
is ook niet de bedoeling van de gedragsregels. Lichamelijk contact kan
functioneel zijn en een ‘aai over de bol’ kan motiverend en prettig zijn.
Aanrakingen en bijvoorbeeld het geven van complimentjes moeten in de sport geen
taboe worden. De gedragsregels zijn richtlijnen voor de begeleider, waarmee
seksuele intimidatie kan worden voorkomen. Ze geven de grenzen aan van het
handelen. Ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en
sporters in concrete situaties. Ze nodigen uit tot nadenken en discussiëren
over het eigen handelen en dat van anderen in de sportomgeving.
Hoe te handelen bij overschrijding
van de regels?
Als je grensoverschrijdend gedrag
signaleert, dien je maatregelen te nemen. Wat kun je doen?
o
De betreffende
persoon op zijn gedrag aanspreken.
o
Het bevoegde gezag
(bestuur MHC Sint-Oedenrode) inlichten (in overleg met het slachtoffer).
o
Een officiële klacht
indienen bij het bestuur (in overleg met het slachtoffer).
o
Aangifte doen bij de
politie (in overleg met het slachtoffer) indien er een strafbaar feit is
gepleegd.
o
Het slachtoffer
wijzen op het NOC*NSF meldpunt seksuele intimidatie in de sport en op de
mogelijkheid van het krijgen van ondersteuning van de vertrouwenspersonen MHC
Sint-Oedenrode of de NOC*NSF vertrouwenspersonen.
Onder ‘begeleider’ wordt in deze
gedragsregels verstaan:
o
sporttechnisch kader (trainers, coaches, teammanagers);
o
sport organisatorisch en facilitair kader (leiders, begeleiders,
wedstrijdfunctionarissen, onderhoudsmedewerkers enzovoort);
Bestuurlijk kader
Ook andere betrokkenen, zoals
meehelpende familieleden, dienen de regels na te leven. Onder ‘sporter’ wordt
in deze gedragsregels verstaan: zowel meisjes en jongens als vrouwen en mannen.
Onder ‘professioneel’ wordt in deze
gedragsregels verstaan: de kwaliteit van het handelen, overeenkomstig de
geldende standaard en opleiding (dus niet of er al dan niet wordt betaald voor
de werkzaamheden).
De gedragsregels ter
preventie van seksuele intimidatie in de sport
1. De begeleider moet
zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt
(om te bewegen).
De
sporter moet als mens worden gerespecteerd. Er mag geen onderscheid worden
gemaakt naar of nadruk worden gelegd op godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid,
culturele achtergrond, leeftijd, lichamelijke kenmerken of burgerlijke staat.
Dat betekent dat de sporter zich zowel tijdens het sporten maar ook daarbuiten,
bijvoorbeeld in de kleedruimtes, veilig moet voelen en het gevoel moet hebben
dat hij zich – letterlijk – vrij kan bewegen.
2. De begeleider
onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn
waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen
dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
Hierbij gaat het erom dat de
begeleider niet onnodig binnendringt in het privéleven van de sporter,
bijvoorbeeld door er vragen over te stellen, afspraken te maken, contact op te
nemen enzovoort.
3. De begeleider
onthoudt zich van elke vorm van seksueel (machts)misbruik of seksuele
intimidatie tegenover de sporter.
De begeleider mag zijn specifieke
situatie en relatie niet gebruiken voor doeleinden ten eigen nutte die in
strijd zijn met zijn verantwoordelijkheid voor de sporter of die de grenzen van
de relatie overschrijden.
Grensoverschrijdend kan bijvoorbeeld
zijn:
o
bevrediging van eigen
seksuele en/of agressieve verlangens;
o
een seksueel/erotisch
geladen sfeer scheppen;
o
de sporter op een
niet-functionele wijze bekijken, waarbij de ogen gericht zijn op de
geslachtskenmerken;
o
met seksueel gedrag
ingaan op verliefde gevoelens, seksuele verlangens of fantasieën van de
sporter;
o
vormen van
aanranding;
o
exhibitioneren.
In de (professionele) relatie met de
sporter kunnen bij beide gevoelens ontstaan die zich niet verhouden met de
relatie tot het trainen, begeleiden en dergelijke. Deze gevoelens kunnen
bijvoorbeeld zijn: verliefdheid, afkeer of agressie.
Beide partijen moeten alert zijn op
deze gevoelens. De begeleider moet – zelfs als de sporter dat verlangt of
daartoe uitnodigt – dan ook niet metterdaad ingaan op seksuele en/of al dan
niet agressieve toenaderingspogingen, dan wel dergelijke toenaderingspogingen
zelf ondernemen. Seksuele handelingen en (geforceerde) seksuele relaties tussen
begeleider en sporter worden zeer sterk afgeraden.
Door partijen moeten zo snel mogelijk
maatregelen worden genomen om te voorkomen dat deze ‘relatie’ zich in welke
vorm dan ook ontwikkelt. Hierbij kan gedacht worden aan verbreking van één van
de twee verhoudingen: de seksuele relatie of de begeleidingsrelatie.
4. Seksuele
handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter
tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als
seksueel misbruik.
Tussen volwassenen en jeugdigen is
sprake van een natuurlijk overwicht. Het natuurlijke overwicht van de ‘dader’
en angst voor de gevolgen maken het vele malen moeilijker om hem ‘lik op stuk’
te geven bij ongewenst gedrag.
Al dan niet jeugdige sporters die op
het moment zelf wel positief staan tegenover seksueel contact, bijvoorbeeld
omdat zij verliefd zijn op de begeleider, realiseren zich vaak pas achteraf dat
bij het gebeurde vele vraagtekens zijn te plaatsen. Veelal blijkt dan dat hun
eventuele instemming op dat moment niet ‘echt’ was.
5. De begeleider mag
de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de
begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch
van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust
(doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
Uitgangspunt is dat de sporter het als
seksueel intimiderend ervaart. Dit kan bijvoorbeeld zijn:
o
bij begroeten of
afscheid nemen te lang de hand vasthouden;
o
iemand naar je toe
trekken om te kussen;
o
zich tegen de sporter
aandrukken;
o
andere ongewenste aanrakingen.
De begeleider dient ervoor te zorgen
dat daar waar lichamelijk contact noodzakelijk en functioneel is voor de
sportbeoefening, dit contact of deze aanrakingen nooit verkeerd – in de zin van
seksueel intimiderend – kan worden geïnterpreteerd.
6. De begeleider
onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
Hierbij kan worden gedacht aan:
o
seksueel getinte
opmerkingen en insinuaties, zoals grove taal en schuine moppen, onder het mom
van ‘dat moet kunnen’;
o
het stellen van
niet-functionele vragen – vaak onnodig in detail – over het seksleven van de
sporter, bijvoorbeeld over masturbatie, frequentie en vormen van vrijen.
7. De begeleider zal
tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect
omgaan met de sporter en de ruimten waarin de sporter zich bevindt, zoals de
kleedkamer of de hotelkamer.
Gereserveerd en met respect omgaan met
de sporter betekent bijvoorbeeld dat:
o
de begeleider en de
sporter bij voorkeur niet met z’n tweeën op reis gaan, maar met bijvoorbeeld een
extra begeleider of meerdere sporters;
o
de begeleider en
sporter in ieder geval niet op één kamer slapen;
o
de sporter bij
voorkeur niet alleen thuis bij de begeleider wordt ontvangen.
Gereserveerd en met respect omgaan met
de ruimtes waarin de sporter zich kan bevinden, betekent dat de sporter zich
daar veilig moet voelen, zijn privacy gewaarborgd is en sociale controle niet
is uitgesloten.
Hierbij kan onder andere worden
gedacht aan:
o
niet zonder aankondiging de kleedkamer of de hotelkamer
betreden;
o
de deur open laten staan na het binnentreden, tenzij duidelijk
is dat beiden behoefte hebben aan een zekere privacy;
o
gesprekken dan wel overleg met de sporter niet in de kleedkamer
of de hotelkamer houden, maar in een niet-intieme ruimte. Een uitzondering
wordt uiteraard gemaakt voor het coachen tijdens wedstrijden; dan is het veelal
noodzakelijk zich ergens rustig terug te trekken.
8. De begeleider
heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als
gevolg van seksuele intimidatie.
Daar waar bekend of geregeld is wie de
belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met
deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen
uitoefenen.
Binnen zijn mogelijkheden heeft de
begeleider de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van de
sporter. De begeleider zal de daarvoor redelijke en noodzakelijke maatregelen
moeten nemen ter voorkoming van lichamelijke en geestelijke schade en misbruik,
veroorzaakt door seksuele intimidatie.
De begeleider zal moeten samenwerken
met bijvoorbeeld jeugdconsulenten, vertrouwenspersonen of ouders of hen van
informatie voorzien. De begeleider zal feiten van vertrouwelijke aard, aan hem
toevertrouwd, te allen tijde dienen te respecteren. Er zullen slechts
mededelingen aan derden worden gedaan – indien enigszins mogelijk in overleg
met de sporter – wanneer de begeleider ervan overtuigd is dat de belangen van
de sporter of zijn omgeving hiermee zullen zijn gediend.
9. De begeleider zal
de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling
tegenprestaties te vragen.
De begeleider aanvaardt ook geen
financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding
staan tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering Door vergoedingen
dreigen de objectiviteit van het handelen en de onafhankelijke positie van de
begeleider dan wel de sporter in het gedrang te komen. Hierdoor kan een
voedingsbodem ontstaan voor seksuele intimidatie en seksueel misbruik.
10. De begeleider zal
er actief op toezien dat deze regels door iedereen die betrokken is bij de
sporter worden nageleefd.
Indien hij gedrag signaleert dat niet
in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop
aanspreken. De begeleider heeft een voorbeeldfunctie. Hij zal maatregelen
moeten nemen op het moment dat hij grensoverschrijdend gedrag constateert.
In eerste instantie dient hij de
betreffende persoon erop aan te spreken. In tweede instantie het bevoegde
gezag, dat wil zeggen het bestuur van een sportvereniging of sportbond of de
directie daarvan. De sporter zal ook geholpen moeten worden. De begeleider kan
hem bijvoorbeeld verwijzen naar een vertrouwenspersoon of hem helpen een klacht
in te dienen.
11. In die gevallen
waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de
verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.
Dit betekent dat de begeleider ook
alert moet zijn op gedragingen die niet direct seksueel intimiderend zijn, maar
wel als grensoverschrijdend worden ervaren. Ook in dit geval dienen door hem
passende maatregelen te worden genomen, zoals het aanspreken van de betreffende
persoon.
Het NOC*NSF meldpunt seksuele intimidatie
in de sport is dag en nacht bereikbaar, ook in het weekend en op feestdagen.
Het nummer is 0900 – 202 55 90 (€ 0,10 per minuut).
Voor vragen over het beleid tegen
seksuele intimidatie in de sport kunt u contact opnemen met: NOC*NSF Postbus
302 6800 AH Arnhem Tel.: 026-4834455.
Heb je aanvullingen of feedback op dit
meldprotocol, dan kan dat via een email aan [email protected]
4. Vertrouwenscontactpersoon (VCP)
MHC Sint-Oedenrode vindt het
belangrijk dat iedereen zich op de club thuis voelt en kan sporten in een
veilige omgeving:
Plezier beleven in je sport, samen met
je elftalgenoten, coach, trainer, scheidsrechters, mede-vrijwilligers,
supporters langs de lijn en de gasten die wij op onze club ontvangen.
Je prettig en veilig voelen en jezelf
kunnen zijn, in en om het clubhuis, ongeacht leeftijd, sekse of seksuele
geaardheid.
Het bestuur hecht er grote waarde dat er binnen
de vereniging iemand in de buurt is waar je terecht kunt in situaties die
anders zijn dan hierboven omschreven. Daarom
is ervoor gekozen om een Vertrouwens Contact Persoon (VCP) aan te stellen.
Vanaf 2020 is er een meldplicht voor
bestuurders en begeleiders wanneer er een vermoeden van seksuele intimidatie of
misbruik is. De VCP-er heeft geen meldplicht en gaat altijd vertrouwelijk met
de informatie om, die zij krijgt. De VCP-er is onafhankelijk en zal het bestuur
stimuleren het incident op te lossen en steeds te werken aan een veilig
sportklimaat.
Rol Vertrouwenscontactpersoon (VCP)
Elk lid, ouder van een spelend lid,
vrijwilliger of bestuurslid van onze vereniging die vragen heeft over of te maken
heeft met grensoverschrijdend gedrag kan contact opnemen met onze
vertrouwenscontactpersoon (VCP). Een VCP is in deze situaties het aanspreekpunt
binnen MHC Sint-Oedenrode en biedt een luisterend oor, geeft raad en verwijst
door voor geschikte hulp binnen de vereniging en/of het tucht- en strafrecht.
De VCP is op de hoogte van de mogelijkheden die
er zijn om hulp te krijgen.
Daarnaast adviseert en stimuleert zij
de vereniging om preventieve maatregelen te nemen ter voorkoming van
grensoverschrijdend gedrag.
Onder ‘ongewenst gedrag’ valt onder andere:
o
Agressie en geweld
o
Seksuele intimidatie
en ongewenste intimiteiten. De KNHB heeft op deze pagina uitgebreid beschreven wat de gedragsregels
seksuele intimidatie zijn
o
Pesten en negeren
o
Discriminatie
o
Elke andere vorm van
gedrag dat indruist tegen de geldende normen en waarden en/of de gedragsregels
zoals deze gelden binnen MHC Sint-Oedenrode.
Wanneer je de VCP belt of mailt, gaan
we samen bekijken welke stappen ondernomen moeten worden. Samen bepalen we of
je dit zelf doet of dat we daar hulp van derden bij inschakelen. Jij hebt
hierbij de regie.
Wanneer iemand contact zoekt met een
VCP, zorgt deze voor alle betrokkenen voor een veilige omgeving. De
VCP gaat altijd vertrouwelijk om met de ontvangen informatie.
Heb je vragen, twijfels of signalen over pesten, (seksuele) intimidatie of machtsmisbruik, of heb je goede ideeën om MHC Sint-Oedenrode en haar leden een veilige sportomgeving te geven? Neem dan contact op via: [email protected]